Wat demonen precies zijn blijft onderwerp van discussie. Zijn het gevallen engelen, oude goden, geesten, beschermengelen, of zitten ze gewoon tussen je oren? Het ligt aan de tijd en de interpretatie, maar één ding is wel duidelijk: ze zijn niet altijd de heftige personificatie van het Kwaad geweest die tegenwoordig in Hollywood films verschijnt.
Griekse beschermengelen
Het woord demon komt van het Griekse ‘daimon’ en het Romeinse ‘daemon’. In die culturen bedoelde men daarmee een geest die bemiddelde tussen mensen en goden. Plato en Socrates waren open over de overleggen die ze met hun daimon voerden. In die tijd dacht men dat iedereen bij geboorte een persoonlijke daimon kreeg, die hulp en bescherming bood. Wat tegenwoordig een beschermengel wordt genoemd. Dat demonen onverbiddelijk slecht verklaard werden kwam door de invloed van de monotheistische religies. Wat daar aan bijdroeg was het geloof dat alle kennis van magie, voorspellingen, meditatie, verlichting en inititatie door demonen was overgedragen aan mensen.
Menselijkheid als straf
Alhoewel in de oude Griekse traditie demonen volgens sommigen zelfde waren als beschermengelen tegenwoordig, dachten anderen daar anders over. Empedocles dacht dat demonen speciale spirituele entiteiten waren, die soms als straf voor gemaakte fouten een tijdje in menselijke vorm moesten rondwandelen over de aarde. Hij beschouwde zichzelf als zo’n demon. Doordat er veel verschillende definities waren voor demonen, waren er ook verschillen in hoe ze werden bezien. Sommigen dachten dat het Olympische goden waren, genieën, geincarneerde succesvolle mensen, of zelfs engelen.
Goed en kwaad als concept
Demonen hebben ook veel overeenkomsten met de Arabische djinns. Dat waren ook degenen die Koning Solomon aan zijn rijkdom hebben geholpen. En ook zij waren niet goed en niet kwaad. In Hellenistisch Griekenland veranderde het idee over demonen. Ze werden verdeeld in goede demonen (agathodaimon) en slechte (kakodaimon). Later is dat idee in het Christendom veranderd is engelen die goed waren en demonen die allemaal slecht waren. In de Solomoniaanse traditie zijn sommige demonen gevallen engelen, zoals Phenex, Focalor en Agares.
Engelen en demonen
Als je naar de beschrijving van engelen uit die tijd bekijkt zou je zomaar kunnen denken dat het demonen zijn, ware het niet dat ze in dienst van God waren. Velen waren wraakzuchtig, bestraften mensen, brachten dood en verderf. Ze werden ook vaak beschreven als ware ze gemaakt van vuur. Wat doet denken aan het rookloze vuur waar djinns van gemaakt zijn. Daar staan veel demonen tegenover die je kan verwarren met engelen. Het verschil is vaak een kwestie van perspectief, gezien geen enkel wezen enkel goed, of kwaad is. Laatstgenoemde is een menselijk concept dat je niet zwart/wit kan toepassen. In de Renaissance magie geloofde men dat demonen belangrijke kennis bezaten die we als mensheid nodig hadden om naar de hemel te kunnen. De Joodse interpretatie van demonen is wat ingewikkelder, maar daarbinnen zijn voorbeelden van engelen die later demonen werden, zoals Lilith, Samael en Asmodeus.
Oude Goden
Dan is er nog de stroming die stelt dat demonen allemaal engelen zijn die met Lucifer rebelleerden tegen God. Of dat het de gevallen engelen zijn die vertrokken naar de aarde om met menselijke vrouwen voort te planten en de mensheid kunst, ambachten, wetenschap en magie hebben geleerd. Dit onder leiding van Azazel en Samyaza (zoals beschreven in het Eerste Boek van Henoch). Ook zijn er mensen die er van overtuigd zijn dat demonen dezelfde zijn als de Oude Goden. Zoals afgeleid zou kunnen worden aan sommige namen: Baäl, Eurynomous, Astarte, Moloch, Nergal, etc.
Psyche en wetenschap
Tegenwoordig is het een steeds meer voorkomend idee dat demonen helemaal niet bestaan als externe entiteit, maar puur een manifestatie van iemands eigen gedachten zijn. In die zin roep je je eigen energie op en geeft daar een etiket aan dat macht en controle geeft. Een bovenmenselijke kracht om zaken te veranderen. En in die lijn ligt bijvoorbeeld ook het wetenschappelijke uitgangspunt dat iemand die demonische bezeten is feitelijk zou lijden aan de in DSM-V omschreven Dissociatieve Identiteitsstoornis. Voorheen Meervoudig persoonlijkheids Syndroom genoemd.